Ik ben opgegroeid met computers en met games. Het eerste spel dat ik me nog kan herinneren is waarschijnlijk Rayman 1, of Timon & Pumbaa’s Jungle Games. Tegenwoordig zijn de spellen verder ontwikkeld dan ooit tevoren, waardoor we haarscherpe graphics hebben en overal kunnen rondlopen in de wereld waar we willen. Spellen zoals Assassin’s Creed, Fallout 4 en Unreal Tournament 3 zijn een meesterwerk als je het vergelijkt met de spellen van 1990-2003 (qua graphics en de technologie erachter. Ik ga niet over de verhaallijnen mijn mening geven, want spellen van 1999 kunnen nog steeds een geweldige verhaallijn bevatten.)
Doordat ik ben opgegroeid met een Engels besturingssysteem op onze computer(s), was mijn Engels vergevorderd voor kinderen in groep 6-8. Toen ik naar de middelbare school ging, ben ik door blijven gamen. Toch was er een hoop kritiek op het aantal uur dat wij, de kinderen, achter de computer bleven zitten en ‘geweldadige spellen speelden’.
Maar er is een verschil tussen tv kijken en gamen, en het verschil is namelijk het passief of juist actief deelnemen. Bij het tv kijken ga je gewoon op de bank zitten en kijk je tv. Er worden geen problemen opgelost en er worden geen tactieken bedacht. Dit gaat niet op voor games. Wanneer een kind niet hoort wat zijn/haar moeder roept omdat ze juist zo opgaan in het spel, is dit juist een positief iets. Ze proberen steeds weer nieuwe tactieken te verzinnen waardoor ze het level kunnen halen, dat ze de wereld om zich heen vergeten.
Er is genoeg onderzoek tegenwoordig gedaan naar games waaruit blijkt dat games een positief effect hebben, ook in het latere leven van mensen.
Gamers zijn beter in actieve banen, waarbij ze bijvoorbeeld een goede hand-oog coördinatie nodig hebben, zoals soldaten en chirurgen (Engels artikel). Vooral wanneer ze elke week gamen, zorgt dit ervoor dat deze vaardigheid op peil wordt gehouden.
Gamers zijn beter in intellectuele banen, waarbij ze data moeten verzamelen. Een gamer zal steeds op zoek zijn naar informatie over het spel wat ze momenteel aan het spelen zijn, zodat ze beter in het spel kunnen worden. In de toekomst zullen een hoop banen ontstaan waarbij men data moet verzamelen, informatie moet analyseren of moet samenwerken met andere partijen. Al deze dingen worden al gestimuleerd bij het spelen van games, dus later zullen de gamers minder problemen hiermee hebben, mits het een onderwerp is wat hen boeit. Want wie wil nu informatie gaan opzoeken en analyseren van een onderwerp wat totaal niet interessant lijkt?
Gamers zijn gelukkiger op de lange termijn. Dit komt doordat games toch een sociale activiteit is (vooral wanneer het online wordt gespeeld) en doordat je bij een gemeenschap hoort. Kijk maar naar mijn post over Pokémon GO en de positieve effecten van deze grote trend.
Doordat ik dus ben opgegroeid met games, ben ik de studie Visual Artist aan de NHTV begonnen, waardoor ik nu dus bedrijven kan helpen in het verzorgen van 2D en 3D animaties :).
Mocht je nog meer positieve effecten van gaming willen delen, plaats ze gerust hieronder in een comment.
Fijn weekend!